Inleiding:
De onderstaande scenario's zijn geschreven vanuit de opleiding Verpleegkunde Beroepsbegeleidende leerweg, niveau 4. Was er in 2015 een verschuiving van verpleegkundigen niveau 4 naar verpleegkundigen niveau 5, bleek in 2022 dat HBO opgeleide verpleegkundigen te duur en en te theoretisch (overgekwalificeerd) opgeleid voor veel werkzaamheden binnen de zorg. Vanaf 2024 steeg de vraag naar verpleegkundigen niveau 4 en nam vanuit leerbedrijven de vraag om opleidingsplaatsen toe.
Vergrijzing is een van de oorzaken van de stijgende zorguitgaven. Er komen meer ouderen en die maken meer gebruik van de gezondheidszorg. Maar zelfs als er geen vergrijzing zou zijn, zouden de kosten voor de gezondheidszorg nog stijgen. Het aantal ouderen neemt toe én ouderen leven langer. Dit noemen we dubbele vergrijzing. In een vergrijsde maatschappij, een maatschappij met veel ouderen, bevinden relatief veel mensen zich in het laatste levensjaar. In de laatste levensjaren worden de meeste zorgkosten gemaakt. Daardoor is de zorg in een vergrijzende maatschappij duurder.
De technologie in de zorg nam toe. Al in 2015 is men gestart met pilots in e-health of 'zorg op afstand' om de zorg te kunnen blijven leveren en betaalbaar te houden. Beeldschermzorg, domotica en monitoring waren online/digitale zorgtoepassingen die bijdroegen om zorgvragers zo efficiënt mogelijk van dienst te zijn en door deze vorm van technologie was het mogelijk toch 'dichtbij' hun zorgvragers konden zijn.
De drijvende krachten:
Zelfsturend, ondernemend leren
1. 2.
Online open modulaire leeromgeving Offline gesloten
leeromgeving
3. 4.
Extern gestuurd leren
Scenario 2: Online ondernemen in 2030
De onderstaande scenario's zijn geschreven vanuit de opleiding Verpleegkunde Beroepsbegeleidende leerweg, niveau 4. Was er in 2015 een verschuiving van verpleegkundigen niveau 4 naar verpleegkundigen niveau 5, bleek in 2022 dat HBO opgeleide verpleegkundigen te duur en en te theoretisch (overgekwalificeerd) opgeleid voor veel werkzaamheden binnen de zorg. Vanaf 2024 steeg de vraag naar verpleegkundigen niveau 4 en nam vanuit leerbedrijven de vraag om opleidingsplaatsen toe.
Vergrijzing is een van de oorzaken van de stijgende zorguitgaven. Er komen meer ouderen en die maken meer gebruik van de gezondheidszorg. Maar zelfs als er geen vergrijzing zou zijn, zouden de kosten voor de gezondheidszorg nog stijgen. Het aantal ouderen neemt toe én ouderen leven langer. Dit noemen we dubbele vergrijzing. In een vergrijsde maatschappij, een maatschappij met veel ouderen, bevinden relatief veel mensen zich in het laatste levensjaar. In de laatste levensjaren worden de meeste zorgkosten gemaakt. Daardoor is de zorg in een vergrijzende maatschappij duurder.
De drijvende krachten:
Zelfsturend, ondernemend leren
1. 2.
Online open modulaire leeromgeving Offline gesloten
leeromgeving
3. 4.
Extern gestuurd leren
Scenario 1: Offline ondernemen in 2030
De afgelopen 15 jaar is de communicatie- en informatietechnologie enorm
veranderd. Door deze communicatietechnologie hebben leerlingen de afgelopen
jaren steeds vaker gekozen voor plaatsonafhankelijk leren. De leerling leerde veel vanuit huis en andere
plekken zoals maar deed dit veelal individueel. Competenties als samenwerken en overleggen
waren lastiger voor leerlingen en de ontwikkeling hierin verliep moeizaam. In 2030 is leren een sociaal proces, waarbij
het belangrijk is om sociale interactie te hebben en een fysieke
ontmoetingsplek, het schoolgebouw (Kessels, 2030). Het schoolgebouw is aangepast in een
leeromgeving die duurzaam is. Niet alleen zonnepanelen en windmolens zijn op de
gebouwen aanwezig (Rakstake, 2011) ook bestaat het materiaal voor
vaardigheidsonderwijs uit duurzaam materiaal.
De leerling stippelt het eigen pad uit en wordt hier nog steeds (net als afgelopen jaren) ondersteunt door technologie die nog steeds doorontwikkeld. Flexibiliteit in het onderwijs maakt dat leerlingen komen tot het ontwikkelen van de eigen talenten.
De overheid heeft de afgelopen jaren 2015-2025 de kaders steeds aangetrokken omdat de bezuinigingen in de zorg werden doorgezet en men de kwaliteit van leerlingen wilden waarborgen. Uiteindelijk bleek dat de veranderingen in de zorg niet bij te houden waren en de overheid besloot om de ROC's verantwoordelijk te maken voor de kwaliteit van opleiden. Dit was ook mogelijk omdat het in 2011 ontwikkelde Actieplan Leraar 2020 - een krachtig beroep! (OCW, 2011) door ontwikkeld is en ROC's excellente docenten in dienst heeft en dus de kwaliteit van het onderwijs de afgelopen 15 jaar sterk is verbeterd.
De leerling stippelt het eigen pad uit en wordt hier nog steeds (net als afgelopen jaren) ondersteunt door technologie die nog steeds doorontwikkeld. Flexibiliteit in het onderwijs maakt dat leerlingen komen tot het ontwikkelen van de eigen talenten.
De overheid heeft de afgelopen jaren 2015-2025 de kaders steeds aangetrokken omdat de bezuinigingen in de zorg werden doorgezet en men de kwaliteit van leerlingen wilden waarborgen. Uiteindelijk bleek dat de veranderingen in de zorg niet bij te houden waren en de overheid besloot om de ROC's verantwoordelijk te maken voor de kwaliteit van opleiden. Dit was ook mogelijk omdat het in 2011 ontwikkelde Actieplan Leraar 2020 - een krachtig beroep! (OCW, 2011) door ontwikkeld is en ROC's excellente docenten in dienst heeft en dus de kwaliteit van het onderwijs de afgelopen 15 jaar sterk is verbeterd.
De coach begeleidt de
leerling bij de persoonlijke ontwikkeling. Competenties als kritisch denken,
probleemoplossende vaardigheden, creativiteit en innovatie zijn ondernemerschap
competenties waarbij de leerling de regie neemt over zijn eigen uitgestippelde
pad.
De leerling kan kiezen met welke kennis, houding of vaardigheden de leerling aan de slag wil. Lesmateriaal is zowel offline als online beschikbaar. Landsgrenzen vervagen en werelddelen komen steeds dichter bij elkaar, dus lesmateriaal is zowel in het Nederlands als in andere talen beschikbaar en bevat informatie vanuit de hele wereld (Kessels, 2013). Leerlingen zijn multi-cultureel en leren van en met elkaar. Met behulp van technologische simulatie kan elke situatie op elke moment geoefend worden en kan op elk moment voorzien worden van feedback.Scenario 2: Online ondernemen in 2030
De opleiding verpleegkunde start met het uitstippelen van
een eigen pad waarbinnen de leerling zich kan ontwikkelen tot een beginnend
beroepsbeoefenaar. De vele kaders zijn de afgelopen jaren verdwenen doordat de verantwoordelijkheid bij de "excellente" leraren is komen liggen. De coach begeleidt de leerling op dit pad in samenwerking
met het leerbedrijf waar de leerling werkzaam is.
De technologie heeft zich snel ontwikkeld. De contacten met deze leerbedrijven zijn intensief en snel. Eén druk op de knop en zowel de werkbegeleider, praktijkopleider en leerling kunnen de voortgang (persoonlijke ontwikkeling van de leerling) met elkaar bespreken. Het uitgestippelde pad kan hierdoor per direct worden bijgesteld waardoor de talenten van de leerling kunnen worden uitgebouwd.
De technologie heeft zich snel ontwikkeld. De contacten met deze leerbedrijven zijn intensief en snel. Eén druk op de knop en zowel de werkbegeleider, praktijkopleider en leerling kunnen de voortgang (persoonlijke ontwikkeling van de leerling) met elkaar bespreken. Het uitgestippelde pad kan hierdoor per direct worden bijgesteld waardoor de talenten van de leerling kunnen worden uitgebouwd.
De leerling heeft het pad uitgestippeld en zal zelf dit pad
begaanbaar moeten maken. Hierbij zijn o.a. de competenties kritisch denken,
probleemoplossende vaardigheden, creativiteit en innovatie van belang (Voogt
& Roblin, 2010). Het onderwijs is zo ingericht
dat de leerling zelf kan kiezen met welke kennis, houding of vaardigheden de
leerling aan de slag wil. Lesmateriaal is online beschikbaar
op elk moment op elke plek. Landsgrenzen vervagen en werelddelen komen steeds dichter bij elkaar, dus lesmateriaal is zowel in het Nederlands als in andere talen beschikbaar en bevat informatie vanuit de hele wereld (Kessels, 2013). Real-time inzet van learning analytics maakt gepersonaliseerde leermiddelen mogelijk (Ouden, Valkenburg & Brok, 2013). Leerlingen zijn multi-cultureel. Met behulp van technologische
simulatie kan elke situatie op elke moment geoefend worden. Na het maken van ontwikkelingsgerichte
toetsen ontvangt de leerling op elk gevraagd moment feedup, feedback en
feedforward (Hattie & Timperley, 2007) van de door de leerling gekozen
begeleider.
Het leren kan ook plaatsonafhankelijk plaatsvinden. De
leerling kan zelf de keuze maken binnen het eigen pad op welke momenten hij/zij
naar school komen om de persoonlijke ontwikkeling door te maken. Dit wordt ondersteund door digitale middelen waaronder communicatiemiddelen die enorm zijn door ontwikkeld en communicatie op elke plek, op elk moment met iedereen, ook over landsgrenzen heen, mogelijk maakt. De leerling kiest hierdoor minder vaak voor leren in een fysieke omgeving van het schoolgebouw.
Ondernemend zijn wil zeggen dat leerlingen pro-actief zijn, kansen zien en benutten en waarde toevoegen. Dit kunnen zij tijdens de opleiding leren en in de praktijk brengen. Maar ook na de opleiding kunnen zij deze kwaliteiten als zelfstandig ondernemer maar ook in loondienst inzetten. In 2030 zijn er vooral ZZP'rs (zelfstandige zonder personeel) werkzaam in de zorg. Door de bezuinigingen de afgelopen jaren geeft het zelfstandig zijn de meeste zekerheid voor verpleegkundigen. Zorgvragers worden steeds ouder dus er wordt steeds meer beroep gedaan op verpleegkundigen. Mantelzorgers moeten nog langer werken (tot 73 jaar) wat maakt dat zij minder in de gelegenheid zijn voor hun naasten te zorgen.
De docent maakt deel uit van een team, dat multidisciplinair is en samen autonoom is en verantwoordelijkheid neemt voor processen die dwars door de schoolloopbaan van leerlingen lopen (Kessels, 2013). De samenwerking met andere ROC's, leerbedrijven en overheid is de afgelopen jaren versterkt. De overheid heeft door de samenwerking de hoeveelheid kaders kunnen loslaten en kunnen vertrouwen op de expertise van excellente docenten die de afgelopen jaren zijn opgeleid.
Ondernemend zijn wil zeggen dat leerlingen pro-actief zijn, kansen zien en benutten en waarde toevoegen. Dit kunnen zij tijdens de opleiding leren en in de praktijk brengen. Maar ook na de opleiding kunnen zij deze kwaliteiten als zelfstandig ondernemer maar ook in loondienst inzetten. In 2030 zijn er vooral ZZP'rs (zelfstandige zonder personeel) werkzaam in de zorg. Door de bezuinigingen de afgelopen jaren geeft het zelfstandig zijn de meeste zekerheid voor verpleegkundigen. Zorgvragers worden steeds ouder dus er wordt steeds meer beroep gedaan op verpleegkundigen. Mantelzorgers moeten nog langer werken (tot 73 jaar) wat maakt dat zij minder in de gelegenheid zijn voor hun naasten te zorgen.
De docent maakt deel uit van een team, dat multidisciplinair is en samen autonoom is en verantwoordelijkheid neemt voor processen die dwars door de schoolloopbaan van leerlingen lopen (Kessels, 2013). De samenwerking met andere ROC's, leerbedrijven en overheid is de afgelopen jaren versterkt. De overheid heeft door de samenwerking de hoeveelheid kaders kunnen loslaten en kunnen vertrouwen op de expertise van excellente docenten die de afgelopen jaren zijn opgeleid.
Scenario 3: stabiliteit en beheersing in een open leeromgeving in 2030
De technologie heeft zich de afgelopen 15 jaar enorm ontwikkeld. Voor leerlingen verpleegkunde levert dit zowel in de zorg als binnen de opleiding voor veel mogelijkheden.
Technologie in de zorg thuis, een verschuiving die zich de afgelopen 15 jaar heeft door gezet, en draagt bij aan het zelfmanagement en de zelfredzaamheid van zorgvragers.
Werd er in 2013 al een rapport gepubliceerd door Peeters, Wiegers, de Bie en Friele (2013), toch kwam de overheid er pas in 2020 achter dat zorgvragers inderdaad te weinig kennis en ervaring hadden met deze vorm van technologie. Ook de kennis en ervaring ten aanzien van de implementatie hiervan ontbrak.
Nu, in 2030, zijn er grote aantallen mensen met psychische klachten waaronder stress en depressie door de aanhoudende malaise in de Europese economie. De zorgvraag is toegenomen, het aantal werknemers in de zorg is door de hoge werkdruk afgenomen (Van der Veen, Van Alten, Van Eijndhoven, Drost & Van der Steen (2013).
Om leerlingen te werven voor de opleiding verpleegkunde bieden opleidingen met goedkeuring van de overheid mogelijkheden tot online open leeromgevingen. Leren kan plaatsonafhankelijk plaatsvinden wat door de toename van technologie kan plaatsvinden. Landsgrenzen vervagen en werelddelen komen steeds dichter bij elkaar, dus lesmateriaal is zowel in het Nederlands als in andere talen beschikbaar en bevat informatie vanuit de hele wereld (Kessels, 2013).
Door de terugloop van leerlingen heeft de overheid de kaders ten aanzien van de opleiding aangescherpt. De ruimte voor het uitstippelen van het eigen leerpad van leerlingen wordt hierdoor vermindert. Eisen als contacturen (ook op afstand) en vastgestelde modules (dieal in 2015 als keuzedelen werden geïmplementeerd, maken dat de ruimte voor eigen leerpaden verdwijnt.
Ook aan duurzaamheid zijn veel eisen gesteld door bijvoorbeeld eisen aan zonnecollectoren en windopvangstystemen (voormalige windmolens) wat maakt dat scholen krimpen en de toename van plaatsonafhankelijk leren is toegenomen.
Scenario 4: stabiliteit en beheersing in een offline leeromgeving in 2030
De vraag vanuit leerbedrijven naar opleidingsplaatsen voor verpleegkundigen is toegenomen omdat de zorgvraag is toegenomen, doordat mensen steeds ouder worden en de leeftijd van het krijgen van chronische ziekten is gedaald. Het aantal werknemers in de zorg is door de hoge werkdruk afgenomen (Van der Veen, Van Alten, Van Eijndhoven, Drost & Van der Steen (2013). De zorgopleidingen binnen ROC's groeien gestaag. Leerbedrijven hebben veel keuzemogelijkheden ten aanzien van deze verschillende ROC's en maken hier gebruik van door veel eisen aan opleidingen te stellen. Dit geeft voor de ROC's veel kaders waarbinnen zij de opleiding moeten vormgeven.
Ook de overheid kijkt kritisch over de schouder van de ROC's mee. Waren er de afgelopen jaren veel mogelijkheden om te komen tot online leren waarin er veel plaatsonafhankelijk geleerd werd, nu verwacht de overheid weer een minimum aan contacturen binnenschools. Ook dit zorgt voor kaders waarbinnen de opleiding vormgegeven moet worden.
Online leren met de huidige nieuwe media wordt gestimuleerd maar aan sociale vaardigheden die voor het beroep van verpleegkundige noodzakelijk zijn, worden binnen de opleiding veel aandacht besteed. Landsgrenzen vervagen en werelddelen komen steeds dichter bij elkaar, dus lesmateriaal is zowel in het Nederlands als in andere talen beschikbaar en bevat informatie vanuit de hele wereld (Kessels, 2013).
Voor de leerling verpleegkunde betekent dit dat het uitstippelen van het eigen pad plaatsvindt maar dat de coach die de docent begeleidt, stuurt binnen de kaders om het pad mogelijk te maken. De samenwerking met leerbedrijven is door de grote inspraak enorm toegenomen wat voor de opleiding tot veel kansen en mogelijkheden leidt. Deskundigen vanuit leerbedrijven kunnen het onderwijsprogramma versterken en nu de leerbedrijven op de hoogte zijn van het leerpad van de leerling (wat door de toegenomen technologie mogelijk is) kan leren op de werkplek naadloos aangesloten worden op het leren op school.
De opleiding is flexibel ingericht, wat maakt dat het onderwijs aan kan sluiten bij het leerpad van de leerling. Al in 2015 heeft men in het MBO een start gemaakt door de invoering van keuzedelen. Deze keuzedelen bevorderden de flexibiliteit in het onderwijs. Dit is de afgelopen jaren door ontwikkeld.
Opleidingen groeien en ROC's dus ook, wat maakt dat er vanuit de overheid veel eisen zijn ten aanzien van duurzaamheid. Niet alleen het kiezen voor duurzaam materiaal voor vaardigheidsonderwijs maar ook duurzame energie waarvoor er door de toegenomen technologie veel aandacht is.
Mijn advies is scenario 2:
Ondernemerschap in leren in een open online leeromgeving in
Scenario 2 biedt veel ruimte voor het ontwikkelen van het eigen leerpad en veel mogelijkheden voor plaatsonafhankelijk leren. Hiermee kunnen de talenten van de leerling maximaal ontwikkeld worden.
Er is veel aandacht voor ondernemerschap competenties. Deze competenties zijn voor de veranderende zorg, vaak in de thuissituatie (snel en individueel) en waarbij er van de burger veel gevraagd wordt belangrijk. Onder andere: Creativiteit en probleemoplossend werken.
De samenwerking met leerbedrijven, overheid en andere ROC's biedt veel mogelijkheden om het onderwijs flexibel en op maat uit te werken. Hiermee kan ook de keerzijde, het mogelijk doorslaan van het plaatsonafhankelijk leren een didactische verantwoorde plaats krijgen waarbij de balans tussen begeleide onderwijstijd en onbegeleide onderwijstijd gevonden is.
Voor de docenten liggen hier dus veel mogelijkheden en kansen om het onderwijs te verbeteren dus een goed scenario om alle wensen ten aanzien van het verbeteren van het onderwijs in een scenario uit te laten komen.
Rakstake, H. (2011). Succesverhalen in het MBO. People, Planet, Profit in het Middelbaar Beroepsonderwijs
Hattie, J., & Timperley, H. (2007).
The Power of feedback. Review of Educational Research , 77 (1), 81-112.
Kessels, J. W. (2013). Toekomst van het
onderwijs in Vlaanderen. De school-een aantrekkelijke plek voor leren en werken
in 2030?.
OCW. (2007).
actieplan leerkracht van Nederland. Beleidsreactie op het advies van de
commissie leraren. Den Haag: OCW.
Ouden, D. P., Valkenburg, A. C., &
Brok, D. P. (2013). Leren in Eindhoven 2030: het gewenste toekomstscenario.
Peeters, J., Wiegers, T., De Bie, J., & Friele, R. (2013). Technologie in de zorg thuis. Nog een wereld te winnen!
Peeters, J., Wiegers, T., De Bie, J., & Friele, R. (2013). Technologie in de zorg thuis. Nog een wereld te winnen!
Voogt,
J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer: The
Netherlands: Kennisnet.
http://www.frankwatching.com/
http://www.kwalificatiesmbo.nl/
file:///C:/Users/Administrator/Downloads/rapport-de-zorg-hoeveel-extra-is-het-ons-waard.pdf
http://www.frankwatching.com/
http://www.kwalificatiesmbo.nl/
file:///C:/Users/Administrator/Downloads/rapport-de-zorg-hoeveel-extra-is-het-ons-waard.pdf